[levenmetpubers]

Een terechte en belangrijke vraag. Want als er één ding is dat tieners niet krijgen bij de geboorte, dan is het wel een gebruiksaanwijzing voor hun zelfbeeld. Gelukkig kun jij als ouder wel het verschil maken, zonder dat je een psycholoog of influencer hoeft te zijn. Drie tips:

1. Normaliseer onzekerheid (zonder het weg te wuiven).

Tieners denken vaak dat ze de enigen zijn die zich onzeker voelen — terwijl de rest van de wereld volgens Instagram alleen maar flawless selfies post. Zeg gerust: “Weet je, ik voelde me vroeger ook te veel of te weinig van alles. En soms nog steeds.” Zo maak je het bespreekbaar én menselijk.

2. Focus op wie ze zijn, niet op wat ze moeten zijn.

Vermijd goedbedoelde opmerkingen als “je bent toch hartstikke knap!” — die kunnen onbedoeld druk opleggen. Probeer in plaats daarvan iets als: “Wat waardeer je zelf in anderen? En zie je dat ook bij jezelf?” Zelfbeeld groeit van binnenuit. Jij kunt helpen die binnenkant te voeden.

3. Wees een veilige plek, geen spiegelzaal.

Tieners kijken al genoeg in spiegels — letterlijk en figuurlijk. Wat ze nodig hebben, is een ouder die niet meteen oordeelt, vergelijkt of oplossingen aandraagt, maar gewoon luistert. Soms is een simpel: “Dat lijkt me echt rot om zo te voelen” veel krachtiger dan welk advies dan ook.

Het begint met kleine, oprechte gesprekken. Geen grote speech, geen perfecte timing. Alleen jij, een kop thee (of cola), en de bereidheid om samen in de war te zijn — met liefde.

[levenmetpubers]

Een vraag waar veel ouders mee worstelen — en terecht. De puberteit is als een emotionele achtbaan waar niemand een handleiding voor heeft meegekregen. Met een beetje humor, eerlijkheid en geduld kom je een heel eind. Hier zijn drie concrete tips:

1. Wees open, maar niet overdonderend.

Begin het gesprek zoals je een Netflix-serie zou starten: rustig opbouwen, niet meteen alle seizoenen in één keer willen doornemen. Laat merken dat je openstaat voor alles — ja, ook de lastige of gênante onderwerpen — maar overlaad je tiener niet met medische termen of enge verhalen. Een simpel: “Ik weet nog dat ik me ook superonzeker voelde over mijn veranderende lichaam” opent vaak meer dan je denkt.

2. Gebruik humor als brug, niet als schild.

Tieners prikken dwars door belerende toespraken heen, maar een grapje op z’n tijd? Goud waard. Denk: “Weet je nog, vroeger vond je puistjes grappig op tekenfilmfiguren? Guess what…” Lachen samen zorgt voor ontspanning en verlaagt de drempel om écht te praten. Let wel: lach mét je tiener, niet óm je tiener.

3. Luister meer dan je praat.

Een van de krachtigste manieren om te communiceren met je tiener is… je mond houden. Echt luisteren — zonder te onderbreken of meteen met oplossingen te komen — geeft je kind het gevoel serieus genomen te worden. Vraag: “Hoe voelt dat voor jou?” in plaats van: “Wat je moet doen is…”

Kortom: wees beschikbaar, wees jezelf, en durf het gesprek aan te gaan. Het begint allemaal met oprechte interesse — en een beetje zelfspot helpt ook.